De Martingale is één van de oudste tactieken bij roulette. Toch wordt dit systeem nog steeds gebruikt door spelers. De kans op winst is erg groot, als je maar door blijft spelen. Tegelijk kleven er ook flinke risico’s aan het gebruik van de Martingale roulette tactiek. In dit artikel vertellen we je hoe het werkt, en hoe je hem gebruikt om winst te scoren.
In de 18e eeuw raakte roulette opeens erg populair in Frankrijk. Ene Blaise Pascal maakte het populair en claimde dat hij het had uitgevonden. Waarschijnlijk heeft Pascal gewoon twee bestaande kansspelletjes met elkaar gecombineerd (één met een speeltafel, één met een wiel). Maar, om met de Fransen te spreken: basta. Het punt is dat iedereen, van de boer tot de koning, in die tijd roulette speelde.
In deze tijd kwamen er meteen mensen op de proppen met spelsystemen die gegarandeerd voor winst zouden zorgen. Sommige werden vergeten, anderen werden verboden, maar sommigen bestaan tot op de dag van vandaag. Eén daarvan is de Martingale, nog steeds één van de meest gebruikte roulette tactieken ter wereld. Waar de naam van de strategie vandaan komt is onzeker. Misschien was er een beroemd gokker met die naam, of is het een combinatie van oude Franse woorden.
Andere strategieën, zoals de Paroli tactiek, het Dozens systeem en de Fibonacci lijken op de Martingale, en zijn er misschien van afgeleid.
In grote lijnen komt de Martingale tactiek op het volgende neer. Je plaatst bets met echt geld waarbij je een grote kans hebt om te winnen. Deze bets herhaal je spin na spin. Doordat je telkens je inzet verhoogt, maak je winst zodra je wint.
Stel dat je nóg een keer verdubbelt: je zet nu 1280 euro in. Die worden verdubbeld: je wint 2560 euro! Nu stop je met spelen en je incasseert je winst. Hoeveel winst heb je nu in totaal, verrekend met al je inzetten, netto gemaakt? We rekenen het even voor je terug: 2560 – 1280 – 640 – 320 – 160 – 80 – 40 – 20 – 10 – 5 = 5 euro. Dat klopt, je hebt vijf euro winst gemaakt – je begininzet.
Je hebt hierboven gezien dat je tijdens de strategie hoge inzetten hebt gedaan. En dat je uiteindelijke winst al je inzetten vergoed heeft, en je een klein winstje hebt opgeleverd. Wat valt op bij het voorbeeld hierboven?
In principe kunnen we zeggen dat de Martingale steeds hogere inzetten nodig heeft, maar dat de kans op winst daarbij ook enorm wordt. Als je (hypothetisch gezien) altijd door kon blijven spelen (met onbeperkte inzetten) wordt je winstkans theoretisch praktisch 100%. Als je dan een avond lang met deze tactiek speelt, haal je constant kleine winstjes binnen, zonder echt risico te lopen.
Waarom winnen mensen dan niet altijd met de Martingale? Daar zijn twee redenen voor:
Het casino is ook niet gek en weet dat spelers met de Martingale, en verwante strategieën, in theorie altijd winnen. Daarom leggen casino’s beperkingen op aan de inzetten die je kan plaatsen.
Stel dat er aan een casinotafel een ondergrens van 5 euro geldt en een bovengrens van 1000 euro aan de limieten. In bovenstaand voorbeeld kan je je inzet dan maximaal zes keer verhogen. Nog een keer verhogen, van 640 naar 1280, lukt niet: dat is boven de bovengrens van 1000 euro. Nu kan je je inzetten niet meer terugwinnen, en ben je een fors verlies aan het maken.
Om toch winst te kunnen maken, kan je het beste een roulettetafel zoeken waar de spreiding tussen minimum- en maximum-inzetten zo groot mogelijk is. Stel dat je mag meespelen met 1 euro, en de bovengrens voor een inzet is 5000 euro. Je kan je inzet dan als volgt verdubbelen. 1 – 2 – 4 – 8- 16 – 32 – 64 – 128 -256 -1012 – 2024 – 4048. Dat zijn elf rondes waarin je probleemloos kan verdubbelen, en elf kansen om te winnen. Zoek dus een tafel met een grote spreiding in inzetten. Dat is de ideale plek om een Martingale te spelen.